Uit: Vrij magazine Telegraaf zaterdag 15 augustus 2020
Door Marjolein Schipper
Natuurlijk is een ultramoderne caravan voorzien van alle eigentijdse gemakken erg fijn. Maar er zijn ook mensen die heel bewust kiezen voor een exemplaar uit de jaren vijftig of zestig. Want dat is geen caravan, dat is rijdend erfgoed!
Gerrit van der Kolk dacht altijd dat hij met zijn Stern uit 1965 gewoon een leuk oud caravannetje te pakken had. Waar hij met ontzettend veel plezier vakantie in vierde. Tot hij op een camping in Ommen een lid van de Oldtimer Caravan Club Nederland ontmoette. “Die zei tegen me: jij hebt geen oude caravan. Jij hebt een oldtimer!”
Waarna Gerrit zijn eigen oude trouwe beestje opeens met heel andere ogen ging bekijken. Verhip, het wagentje was eigenlijk best heel bijzonder… “Ik ben, dat was 27 jaar geleden, gelijk lid geworden van de OCC. Zo ontmoet je allemaal gelijkgestemden die net als ik de charme inzien van deze oude kampeermiddelen.”
Nu staan Gerrit (67) en Jennie (69) van der Kolk met hun later aangeschafte Bourgeois B43 (gebouwd in 1969) op dagrecreatie Zandenbos in Nunspeet. Samen met enkele andere OCC-leden. De tuinstoelen staan bij alle leden uitgeklapt, maar dat zijn geen gewone tuinstoelen. De sport is namelijk alles in stijl te doen. Dus gaat het hier om origineel metalen exemplaren uit de jaren zestig, inclusief bijpassende oranje gebloemde kussens. Op het formica tafeltje een oude transistorradio.
Gerrit voert die lijn ver door, want hij heeft ook nog eens een Peugeot 504 uit 1970 voor de caravan staan. “Het is een virus waarmee je besmet raakt. En zeg nou zelf, het is toch een mooie combinatie. Als we op de weg zitten krijgen we bijna altijd van iedereen de duim omhoog. Mensen zitten achterstevoren om foto’s van ons te maken en soms zien we onszelf op Facebook voorbij komen…”
Wat er nou zo leuk is aan kamperen met een oude caravan? Gerrit wijst op de mooie ronde vormen van zijn Bourgeois. De kekke wieldoppen, de grote ramen, de deur met eveneens ronde vormen. “En zie je die ronde lampjes van binnen? Allemaal origineel. Net zoals de muskietennetjes voor om de raampjes. Geweldig toch? Het heeft gewoon charme en sfeer en het is natuurlijk ook dat gevoel van nostalgie.”
De OCC heeft zo’n 350 leden die elkaar normaal gesproken enkele malen per jaar treffen tijdens bijeenkomsten. Nu is dat vanwege corona natuurlijk een stuk minder. “De bedoeling is dat leden beschikken over kampeermiddelen van 25 jaar of ouder. In de praktijk zijn het vaak caravans uit de jaren vijftig, zestig en zeventig,” legt voorzitter Arjen Ritsma uit.
Volgens de nieuwe Erfgoedwet uit 2016 gaat het hier zelfs om mobiel erfgoed en hebben deze wagens een beschermde status. Een heel goede ontwikkeling, want hier in Nederland hebben we vaak de neiging oude spullen als waardeloos te betitelen en weg te gooien. Dit in tegenstelling tot een land als Engeland, waar diverse oldtimercaravan-clubs bestaan. Daar zijn het vaak halve musea, volledig in stijl ingericht.”
Terwijl je in Nederland nog wel eens met een scheef oog wordt aangekeken als je met je oude caravannetje de camping oprolt, weet de voorzitter. “Dan zie je ze denken: die heeft zeker geen cent te makken. Dat is heel anders als we met een aantal leden tegelijk aankomen. Dan valt opeens het kwartje: hé, wat leuk al die oldtimers bij elkaar!”
Het adagium van de vereniging is: niet poetsen maar kamperen. Want wat heb je aan je mooie oude wagentje als je het alleen in de garage laat staan? Jurrie (68) en Ineke (66) van den Berg gaan dan ook graag op pad met hun ‘Knospe’ uit 1957. Knospe betekent bloemknop en Jurrie laat graag zien waaraan het model deze naam te danken heeft.
“De zijkanten kunnen naar wens worden ingedraaid en uitgedraaid. Draai je ze in, dan houd je een ronde rol van 1.35 breed over. Ideaal om mee te rijden natuurlijk. Komen we aan op de camping dan schuiven we onze Knospe weer in de breedste stand en hebben we letterlijk de ruimte.”
Binnen is alles helemaal in stijl ingericht. Lampjes en een spiegel in die kenmerkende asymmetrische jaren vijftig vorm, een fruitschaal van zwart draadstaal en houten keukenkastjes met afgeronde hoeken. Jurrie en Ineke hebben alleen een concessie gedaan aan de dikte van de kussens: “We willen natuurlijk wel lekker slapen.”
Want de twee zijn vaak op pad met de caravan, bij voorbeeld in Duitsland langs de Rijn. “Wij kamperen echt. We zitten bijna altijd buiten. Kamperen is verblijven in de natuur en niet binnen zitten in de airco.” Voor de Knospe staat, ook alweer in stijl, een Volkswagen T3. “Eigenlijk is het met een oude auto begonnen,” legt Jurrie uit. “Ik had een Glas 1700 GT en wilde daar graag een oude caravan bij. Dat is de Knospe geworden. Er zijn er maar drie van in Nederland. Ik vind het echt een schoonheid! Jongeren zijn tegenwoordig erg bezig met het oppimpen van oude caravans. Vast erg leuk maar wij houden er juist van alles precies in de originele stijl te behouden.”
Soms worden oude karkassen zelfs vanaf de bodem opgebouwd. De Hanomag camper uit 1967 (type Orion) van Arie Bol was een karkas toen hij hem kocht. “Een rommelhuisje op een camping. Ik heb hem helemaal leeg gemaakt en met de originele tekening erbij gerestaureerd. Daar ben ik in totaal vijf jaar mee bezig geweest. Ik restaureer mijn hele leven al auto’s, het is gewoon een hobby.”
Moderne campers en auto’s, Arie vindt ze gewoon geen uitstraling hebben. “De vormgeving van vroeger is veel mooier.” Voorzitter Arjen Ritsma voegt toe: “Die huidige blokkendozen zijn misschien wel luxe maar totaal sfeerloos. Massaproductie, ze zien er ook allemaal hetzelfde uit. Ik heb zelf een niet gerestaureerde Eriba Triton uit 1970. Ik ga er pas wat aan opknappen als ik het asfalt ga zien… “
Bijna alle OCC-leden zijn fanatieke bezoekers van kringloopwinkels om hun kampeerhuisjes in stijl te houden. Waarbij ze aantekenen dat het zelfs daar steeds moeilijker wordt om mooie spulletjes van vroeger te scoren. Arie laat de inhoud van de kasten zien: bloemvormige rieten onderzetters en een oranje/bruin arcopal servies op de planken; zelfs het koffiezetapparaat is lekker jaren zeventig.
De verschillende caravan-bezitters kuieren over het terrein en nemen bij elkaars caravans de laatste renovaties in ogenschouw. Druk wordt gewezen op lampjes en details als kunststof greepjes van deuren. Zowel Jurrie als Gerrit hebben thuis meerdere oldtimer-caravans staan. De OCC organiseert tweemaal per jaar inspectie en taxatie weekenden, waarbij wordt gecheckt of het wel goed zit met de veiligheid van deze oude beestjes, bij voorbeeld qua elektriciteit en verlichting.
Naast de Engelse en Nederlandse oldtimer caravan clubs bestaan in heel overigens Europa soortgelijke verenigingen. Eénmaal per jaar komen ze bij elkaar voor de European Classic Caravan Rally. Dit jaar zou die, tot corona roet in het eten gooide, in Engeland gehouden zijn op een wel heel mooie plek: ‘Her Majesty Queen Elizabeth II's Sandringham Estate’, één van de landhuizen van koningin Elizabeth. Arjen Ritsma lacht: “Eindelijk worden onze caravans op waarde geschat!”
Krielkip
Wie in Nederland (oude) caravan zegt, denkt natuurlijk meteen aan Kip. Het bedrijf werd in 1934 opgericht door Jan Kip. De Hoogeveener bouwde vanaf 1947 kleine kampeerwagens en gaf ze namen als Kuiken en Krielkip. Vooral de Krielkip met het hefdak is een groot succes (het ontwerp wordt later gebruikt bij het ontwikkelen van de nog steeds populaire Kip Kompakt). In topjaar 1971 worden maar liefst 10.000 caravans geproduceerd. Na 1981 gaat Kip zich richten op de top van de markt. In Nederland staan 35.000 Kip Caravans geregistreerd, waarvan 26 procent ouder is dan twintig jaar. Naast de showroom in Hoogeveen is een klein Kip Caravan Museum te vinden.