• Reactie FEHAC op ontwikkelagenda Toekomstperspectief Automobiliteit

    31 maart 2023

    Op16 maart 2023 heeft minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat de Ontwikkelagenda Toekomstperspectief Automobiliteit naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze Ontwikkelagenda beschrijft de koers waarmee de auto zijn rol in het mobiliteitssysteem kan blijven invullen. Daarbij staan drie ambities centraal:

    1. Bereikbaarheid in alle delen van Nederland;
    2. Schonere, slimmere en veiligere automobiliteit;
    3. Een betrouwbaar, veilig en toekomstbestendig hoofdwegennet.

    De FEHAC heeft deze Ontwikkelagenda met interesse gelezen
    De Ontwikkelagenda wordt in 2023 nader uitgewerkt met andere departementen, medeoverheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. Met aandacht voor de rol van de auto in stedelijk, sub urbaan en landelijk gebied als deze steeds schoner, slimmer en veiliger wordt.

    Daarbij worden de ontwikkeling van het wegennet, het voertuig en de gebruiker richting 2050 onderzocht. Het ministerie wil dat de auto ook in de toekomst zijn belangrijke rol in de bereikbaarheid kan blijven vervullen en dat de gebruiker veilig, snel en betrouwbaar van deur tot deur kan reizen, met een zo beperkt mogelijke impact op klimaat en leefomgeving. De FEHAC heeft deze Ontwikkelagenda met interesse gelezen, maar constateert dat in het stuk op geen enkele wijze wordt ingegaan op de positie en het behoud van het mobiele erfgoed. Voor de FEHAC een punt van zorg en een extra noodzaak om aan de uitwerking van de Ontwikkelagenda een bijdrage te gaan leveren die recht doet aan de doelstellingen van de Federatie en haar leden. 

    Het ministerie richt zich voor de bereikbaarheid en leefbaarheid in alle delen van Nederland generiek op:

    • Het innoveren van automobiliteit; met onder andere verdere digitalisering en automatisering en de verduurzaming en het veiliger worden van het wagenpark. Dit betekent niet dat in de toekomst vrijwel uitsluitend elektrische auto’s op de wegen kunnen rijden. Hoewel een alternatief als het gebruik van schone e-fuels voor (historische) automobielen, zoals de FEHAC voorstaat, in de Ontwikkelagenda niet voorkomt, .heeft de EU inmiddels besloten dat na 2035 (nieuwe)auto’s die rijden op e-fuels mogen worden toegelaten op het wegennet. Dit biedt perspectief voor het mobiele erfgoed.
    • Het beter benutten van automobiliteit; met onder andere spreiden en mijden, verkeersmanagement, de werkgevers- en onderwijsaanpak, reisinformatie, autodelen en gebruik van alternatieve modaliteiten in stadscentra (bijvoorbeeld via hubs). De Ontwikkelagenda pleit ervoor stadscentra zoveel mogelijk autoluw te houden. Voor historische auto’s kan dit een belemmering zijn.
    • Het optimaliseren van automobiliteit; met onder andere verbeteringen van de infrastructuur en verkeersveiligheid. Gedifferentieerd naar stedelijk, sub urbaan en landelijk gebied Dit betekent dat voor bereikbaarheid per gemeente en provincie gekeken moet worden wat wel en niet mag.

    De brief van de minister meldt dat is afgesproken dat de motorrijtuigenbelasting wordt hervormd voor alle personen- en bestelautos. Vanaf 2030 betalen autobezitters dan niet meer voor autobezit, maar voor het aantal kilometers dat zij met hun auto rijden. Door de invoering van betalen naar gebruik worden de lasten van automobiliteit evenwichtiger verdeeld. Daarnaast worden automobilisten met de invoering van betalen naar gebruik gestimuleerd om bewuster hun auto te gebruiken. Daarmee levert het een bijdrage aan het terugdringen van de CO2- uitstoot. Het systeem heeft een positief effect op de verbetering van de luchtkwaliteit en (naar verwachting) op het verminderen van files. Aanvullend kan per gebied voor specifieke beleidsinzet worden gekozen. Ook hier kan door de CO2 component een probleem ontstaan voor het mobiele erfgoed. Een extra reden om het gebruik schone E-Fuels hoog op de agenda te krijgen.

    De Ontwikkelagenda van het ministerie is logisch, maar miste een aantal zaken die voor de FEHAC aandacht vragen en in de verdere uitwerking moeten worden meegenomen. Met name de inzet van E-Fuels voor mobiel erfgoed, de bereikbaarheid van stadscentra en de mogelijkheid om met historische automobielen overal te kunnen blijven rijden zijn daarin essentieel.