• AD 20-03-2020.
    Hoe verantwoord is het nog om in tijden van stikstofdiscussies en ‘vliegschaamte’ met een klassieke motorfiets, brommer of auto te rijden? Is het een onschuldige hobby, of wordt het tijd om de 'vervuilende' oldtimers het museum in te rollen?

    Sinds een paar maanden bestaat het ineens: ‘oldtimerschaamte'. Ofwel: kun je met goed fatsoen nog wel de weg op met je pruttelende klassieker? Tegenstanders hekelen de oude voertuigen vanwege hun verhoudingsgewijs hoge uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Uit onderzoek van onze autoredactie blijkt dat oldtimerbezitters regelmatig negatieve reacties krijgen van omstanders. ‘Maar gelukkig zie ik nog veel vaker een opgestoken duim', reageert een AD-lezer. 'Hier ook, nog altijd volop enthousiaste mensen die het gaaf vinden dat ik met mijn Ford Mustang uit 1968 onderweg ben', bevestigt een ander. Zo zijn er tientallen positieve verhalen.

    Verwensingen
    Ook Bert Pronk, vicevoorzitter van belangenvereniging Fehac (Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs) ziet nog altijd meer blije gezichten dan vermanende blikken als hij in z'n Morris Minor uit 1969 rijdt. ,,Onze leden krijgen heus verwensingen naar hun hoofd, maar waarom zou je je schamen voor je oldtimer? Omdat er een beetje vieze lucht uit de uitlaat komt? Dan zou ik ook niet meer mogen genieten van de Nachtwacht in het Rijksmuseum. Rembrandt heeft vast ook geschilderd met verf die nu verboden is.''

    Pronk zegt het wat provocerend, omdat hij de discussie over de duurzaamheid van klassieke voertuigen 'zwaar overtrokken' vindt. ,,Het lijkt alsof we nu in het verdomhoekje zitten, maar volgens mij komt dat vooral door een verkeerde perceptie bij het publiek. Door alle aandacht voor schone lucht - die wij ook terecht vinden - wordt al snel naar oldtimers gewezen. Mensen denken: 'Dat is oud, daar zal wel veel vuil uit komen, dat moet wel slecht zijn'. Vervolgens hoor je allerlei emotionele argumenten en wordt er niet naar de cijfers gekeken.''

    0,2 procent
    Afgaand op de cijfers spelen klassieke auto's inderdaad een rol in de marge. Volgens de RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer) rijden momenteel zo'n 204.000 auto's van 30 jaar of ouder in Nederland, tegenover 11,7 miljoen nieuwere modellen. Van die klassiekers staat ongeveer een kwart geschorst (daar wordt dus niet mee gereden), terwijl de overige 75 procent gemiddeld 1700 kilometer per jaar rijdt. Dat staat gelijk aan ongeveer 0,2 procent van alle jaarlijkse autokilometers in ons land.

    ,,Bij de motorfietsen en brommers ligt dat aantal nog lager'', zegt Pronk. ,,Bovendien daalt het aantal mensen dat dagelijks met een klassieker rijdt al jaren. Wij vinden ook dat je een oldtimer moet zien als rijdend erfgoed. Daar moet je niet mee in de file gaan staan of hem in de winter gebruiken. Al met al is de impact die wij op het milieu hebben nihil. Als je ons van de weg haalt of meer laat betalen door bijvoorbeeld de motorrijtuigenbelasting te verhogen, is dat over het totaal bezien een druppel op een gloeiende plaat.''

    e_fuels
    Begrijp Pronk niet verkeerd. Zijn club ontkent niet dat de uitlaatgassen van klassiekers vervuilender zijn dan die uit moderne auto's. ,,Uiteraard zien we de vooruitgang die de auto-industrie de laatste 75 jaar heeft doorgemaakt. Wij onderkennen dan ook de maatschappelijke wens om de uitstoot te beperken en zien daarbij ook een taak voor onszelf. Als wij willen dat mensen meer begrip hebben voor oldtimers, moeten wij het goede voorbeeld geven.''

    Dat wil de Fehac onder meer bereiken door innovatie. ,,We werken samen met de olie-industrie om de ontwikkeling van e-fuels te versnellen. Dat zijn brandstoffen die we op een duurzame manier uit waterstof en koolstof fabriceren. Het maken daarvan is een ingewikkeld proces dat nog in de kinderschoenen staat, maar met de juiste technieken kunnen we het rijden op die brandstoffen CO2-neutraal maken. Het lijkt erop dat er binnen tien jaar voldoende e-fuels zijn om onze klassiekers op te laten rijden.''

    Bezitters van klassieke auto's moeten volgens Pronk een voorbeeld nemen aan de bromfietswereld. ,,Veel oude bromfietsen zijn tweetakten die van zichzelf relatief veel roken. Maar sinds enkele jaren zijn er nieuwe soorten smeerolie en brommerbenzine op de markt die veel schoner verbranden. Op brommermeetings zie je nu dat mensen elkaar aansporen om dat te gebruiken. Die sociale controle werkt: als mede-liefhebbers je aanspreken, heeft het meer impact dan wanneer een willekeurige voorbijganger zijn middelvinger opsteekt.''

    Elektrisch
    Een andere trend is het ombouwen van klassieke auto's naar elektrische aandrijving. Pronk slaapt daar slecht van. ,,Wij zijn uiterst negatief over die ontwikkeling. Niet alleen is het ombouwen naar elektrisch een soort heiligschennis. Om de parallel met Rembrandt van Rijn weer aan te halen: een elektrische klassieker is alsof je de Nachtwacht kaal krabt en hem opnieuw schildert met waterhoudende verf.

    Daarnaast kost de ombouw vaak vele tienduizenden euro's en ik maak me echt zorgen over de veiligheid bij een aanrijding. Wat doet het gewicht van de accu's in een crash, hoe veilig is dat? Hoe voorkom je dat hulpdiensten onder stroom komen te staan zodra ze willen helpen? Zij weten niet dat jouw Jaguar E-Type is omgebouwd naar elektrisch. Op dit moment rijden er ongeveer 65 elektro-klassiekers in Nederland, maar ik vind dat een heel slecht idee.''

    Mobiel erfgoed
    Om aan alle discussie een einde te maken, kloppen de Fehac en andere organisaties ook aan bij de politiek. Pronk: ,,Klassiekers staan officieel al te boek als 'mobiel erfgoed', maar wij willen graag dat Nederland dezelfde definitie gaat hanteren als de rest van Europa, zodat voertuigen van 30 jaar en ouder tot een speciale groep behoren.

    Daarna kunnen we van hun eigenaren het goede voorbeeld vragen. Bijvoorbeeld eisen dat zij hun klassiekers fatsoenlijk onderhouden, er niet dagelijks mee rijden, of die duurzame benzine verplicht stellen. Dan weten mensen die een oude auto voorbij zien komen dat het een liefhebber is die van zijn hobby geniet. Niet iemand die het slecht voor heeft met de wereld om ons heen.‘’

    Tekst: Algemeen Dagblad 20 maart 2020