• Rechtbank schrapt heffing omzetbelasting over contributie leden autoclub

    In haar uitspraak dd. 17 februari 2023 heeft de rechtbank in Haarlem beslist dat, een niet nader genoemde, vereniging van liefhebbers van een automerk geen omzetbelasting hoeft te betalen over de door de leden betaalde contributie. De rechtbank is van mening dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de contributie en de activiteiten van de vereniging. De FEHAC vindt deze uitspraak van groot belang voor haar aangesloten leden.

    De vereniging, die ten doel heeft de auto’s van het betreffende merk in stand te houden en de belangen van haar leden te behartigen (in samenwerking met andere clubs), en informatie uit te wisselen over het merk, organiseert veel activiteiten voor haar leden. Naast zelf georganiseerde beurzen, evenementen, clubavonden, sleuteldagen, een sportdag en deelname aan festivals en door andere partijen georganiseerde beurzen, geeft  de vereniging een clubblad uit en heeft zij een openbare website met een voor leden besloten gedeelte.

    De Belastingdienst was van mening dat de contributie (€ 65,00 per jaar) deel uitmaakt van de activiteiten van de vereniging en vond een heffing van omzetbelasting over de contributie op zijn plaats.

    De vereniging vond de heffing onterecht omdat zij geen economische activiteiten verricht en er geen rechtstreeks verband is tussen de contributie en de doelstelling van de vereniging: de belangenbehartiging en het in stand houden van de auto’s van het betreffende merk.

    De contributie is enkel bedoeld om de vereniging in stand te houden. De belastingdienst zag dit anders en is van mening dat van algemene belangenbehartiging geen sprake is en dat leden contributie betalen om aan alle activiteiten deel te kunnen nemen. De vereniging heeft eerst bezwaar gemaakt tegen de aanslag en is, nadat dit bezwaar werd afgewezen, in beroep gegaan bij de rechtbank.

    De rechtbank heeft geconcludeerd dat, ook omdat alle leden dezelfde contributie betalen en zelf kunnen kiezen of zij aan andere activiteiten deelnemen, geen sprake is van een economische activiteit. De uitspraak van de belastingdienst op het bezwaar is daarmee door de rechtbank vernietigd.

    Daar waar bij de vereniging rechtstreeks verband bestaat tussen het verlenen van toegang tot een bepaalde beurs en de betaling van entreegelden is wel omzetbelasting verschuldigd. De vereniging is het daarmee eens en heeft dit ook betaald. De betaalde omzetbelasting over de contributie moet door de belastingdienst worden terugbetaald. De belastingdienst is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten